Keen
- Kleinschalig onderwijs voor leerlingen van 10 tot 18 jaar
- 4 schooldagen per week (woensdag vrij)
- Ruimte en tijd voor persoonlijke ontwikkeling
- Authentiek contact met gepassioneerde docenten

Gezonde ontwikkeling in kleinschalige omgeving
Vanaf haar oprichting in 2016 ziet Keenschool het als haar taak om kinderen en jongeren in de leeftijd van 10-18 een kleinschalige leeromgeving te bieden waar zij zich kunnen bekwamen in algemene kennis en vaardigheden en waar gezonde onderlinge (werk)relaties de norm is. Kleinschaligheid is een vereiste om gezonde onderlinge relaties niet het onderspit te laten delven ten opzichte van de institutionele regels die nodig zijn boven een bepaalde schaal. Op Keen is er dus ruimte voor individueel maatwerk binnen een warme, ondersteunende sociale omgeving. De kerndoelen en exameneisen zijn een leidraad, verrijkt met eigen en/of online materialen, excursies en projecten die aansluiten bij de groep en individuen. De meeste leerlingen gaan met een volledig havo- of vwo-diploma van school.
Kinderen maken in de periode van 10 tot 18 jaar een grote transitie door waarbij ieder kind wel een aantal moeilijke periodes doormaakt. We vinden dat er tijd en begeleiding beschikbaar moet zijn om hier goed doorheen te komen, liefst sterker en met meer inzicht en levenservaring. Als school willen we daar ruimte voor bieden, alsook begeleiding voor zover dit betrekking heeft op een gezonde schoolse ontwikkeling. Bij schooloverstijgende problematiek zien we de ouders als primair verantwoordelijk en ondersteunen we vanuit school waar mogelijk.
Van leerkrachten vragen we dat zij diepe en brede kennis hebben op hun vakgebied en dat zij op een gezonde wijze goed contact met leerlingen kunnen maken. Ook verwachten we dat leerkrachten alert zijn op ongewenste (inter)persoonlijke dynamieken en hiermee aan de slag te gaan. De kleinschaligheid van school en klassen vraagt hierom en biedt hier ook mogelijkheden toe.
Goed voorbereid op vervolgonderwijs na school
Leerlingen vertrekken met een stevig academisch fundament naar hun vervolgopleiding, of dat nu MBO, HBO of WO is. Ze stromen uit richting MBO met een HAVO 3/4 of 4/5 overgangsrapport, vaak aangevuld met één of meer staatsexamens. Leerlingen die naar het HBO of WO willen, halen hun diploma via het doen van staatsexamens – ze doen dezelfde centrale examens als alle andere eindexamenleerlingen in Nederland, aangevuld met mondelinge examens aan het begin van de zomervakantie. De mondelinge examens zijn spannend, maar bevestigen de leerling regelmatig dat hij/zij in staat is om op niveau over een bepaald vak met wildvreemde docenten te praten. Dat is een fijne basis voor de volgende stap.
Doordat op school de examenstof in de regel rijk wordt aangeboden met veel ruimte voor discussie en persoonlijke verwerking, kunnen de leerlingen veel meer dan alleen het reproduceren van kennis of het toepassen van aangeleerde methodieken. Dit zien we ook terug in het feit dat leerlingen bijvoorbeeld enthousiast vertellen over wat ze op vakantie gezien hebben en hoe dat relateert aan wat geleerd is tijdens aardrijkskunde. Ook zien we dat leerlingen vaak hoog scoren bij de mondelinge examens doordat ze in staat zijn de stof goed op het gesprek aan te laten sluiten, soms op verrassende manieren. De examinatoren waarderen dit klaarblijkelijk.
We geloven dat onze leerlingen door de veilige, sociale leeromgeving in staat zijn zich te ontwikkelen tot jongvolwassenen met een stevige basis, die ook de sociaal-emotionele uitdagingen van het (studenten-)leven aankunnen. Doordat ze de tijd, ruimte en (waar nodig) begeleiding hebben gehad tijdens de uitdagende periode tussen 12 en 18 jaar, zijn een aantal ervaringen doorgewerkt met als resultaat meer zelfkennis en het zelfvertrouwen dat je moeilijkheden kan overkomen. Ook hebben ze gezien dat andere leerlingen worstelen met weer andere thema’s of op een andere manier met dezelfde onderwerpen omgaan. Dit geeft een goed inzicht in de diversiteit van mensen en vergroot het empatisch vermogen. Als laatste leren de leerlingen dat terwijl deze, soms ingrijpende, individuele processen spelen, het groepsleerproces ook doorgaat. Ze leren hierdoor oog te hebben voor de behoeftes van de groep, zijn bewust van wat leren in een team van iedere deelnemer vraagt en kunnen door hun schoolervaring een positieve bijdrage aan groepsprocessen geven.